Maria groet Antwerpen
​
Het is gebeurd. Voor het eerst in vijf jaar is de Onze-Lieve-Vrouw-Lofprocessie in Antwerpen terug uitgegaan. Spannend tot op de laatste dag of het mooi weer zou zijn, afwachtend of er dragers genoeg zouden opdagen, bedenkend dat er altijd allerlei dingen
mis lopen en dat gebeurde ook, maar niets dramatisch.
De dag begon vroeg. De radio had een interview gevraagd en ook de tv zou paraat zijn. Dus al vroeg in de morgen naar de stad met de fiets. De conservator en zijn help(st)ersontdeden het Mariabeeld van haar normale kledij en gewone juwelen. De extra feestelijke gewaden en mooiste gouden mantel kwamen boven en de zware kluizen gingen open. Een groot kruis, extra diamantrijk blauw hart en vooral de extravagante grote geelgouden kroon werden op het beeld aangebracht. Indrukwekkend en ontroerend. Kindje Jezus kreeg eenzelfde gouden mantel, extra diamantjes rond zijn hals en ook voor hem voor de gelegenheid een bijzonder kroontje.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
De bloemendames brachten prachtige bloemstukken aan rond het beeld en op tweestaanders die naast het beeld zouden komen in de kerk. Heerlijke zachtroze hortensia’s,groene druiven, witte gladiolen en grote monsterabladeren voor een dramatisch effect.Radio- en televisie-interviews werden afgenomen met al dat moois in de achtergrond. Mariazou er ‘staan’ vanavond.
De laatste controle van de processieroute dan in de namiddag; alle terrashoudersnogmaals waarschuwen dat de processie zou passeren en vragen wat extra ruimte tevoorzien. Velen herkenden de ceremoniemeester ondertussen. Hier en daar zouden deterrasjes ingekort worden. We deelden flyers uit, hingen nog enkele posters op, de zenuwennamen toe.
Half vijf, alle processiedeelnemers kwamen toe; leden van de gildes en kapellen,genodigden, dragers… Zoals verwacht heerste er lichte chaos, de kleedkamers bleven rustigdoor het in gebruik nemen van de kapelanensacristie. De briefing van de dragers was andersgepland, maar moest wat vroeger doorgaan. Elke dragergroep had een kleur en wist voorafwaar ze het beeld moesten overnemen. De dragers waren echter niet compleet; enkelemensen hadden op het laatste nippertje afgebeld, gelukkig stonden er ook vervangers klaar.Van de zes dragergroepen bleken er vijf volledig, maar de ‘groene’ groep bevatte nog maardrie van de acht dragers. Dat zou spannend worden, enkele dragers zouden pas laataankomen, omdat ze nog op hun werk zaten. De andere dragers waren van ganser hartebereid meer dan een gedeelte van de weg te dragen, dus dat zou toch in orde komen.Verzamelen in de kapelruimte rond kwart na vijf. Pastoor Bart Paepen hield eenbezielende speech. Hij waarschuwde dat we allerlei mensen zouden tegenkomen; mensendie dachten ‘zijn jullie daar nu nog mee bezig’, of anderen ‘wat is dat hier?’… Maar allenwaren ze welkom, het geloof, Maria is voor iedereen, met respect. De sfeer was gezet. Degroep waaierde terug uit in gemoedelijk gekeuvel.​
Twintig voor zes. Tijd om de processie samen te stellen, maar de kop leek teontbreken. De trommelaars die voorop zouden gaan, stonden nog buiten de kathedraal tewachten. Enkele van hen zaten zelfs nog in het café. Ze werden binnen uitgenodigd omachter hen de processie te kunnen opbouwen. Eerst de groep met grote vlag, dan debrancardiers, allemaal in het wit, de andere kapellen, met donkerrode of blauwe mantels,heel feestelijk. Dan de twee kapellen van de kathedraal, de rode en de blauwe, tenslotte dedragers. De groene groep dragers werd stilaan toch compleet. Klaar om te vertrekken.Bestuursleden haalden de clerus op, bisschop Bonny op kop. Plechtig naar het beeld,een kort gebed, Maria in de kerk gereden en dan werd ze voor het eerst op de schoudersgenomen. Als kleinste en enige vrouw in de eerste groep dragers werd ik meteen doorbezorgde mannen omringd. Zou het wel lukken? Ik mocht altijd gillen als het niet meer ging.Maar het ging. Natuurlijk was het beeld zwaar, de stapjes klein, de aandacht gefocust. Uitvolle borst meezingen met het ingezette Marialied, zat er niet in. We vorderden, langs demiddengang van de kathedraal, de grote poort door die nu verraderlijk smal leek enwaarvoor we het beeld van schouder moesten veranderen - alle dragers naar de binnenkant.Daar was het licht en de mensenmassa op de Handschoenmarkt. Bij het passeren van hetbeeld door de kerkpoort, leek iedereen de adem in te houden. Het licht weerkaatste op degouden mantel van de Lieve Vrouw, applaus weerklonk, er werd ‘wow’ geroepen, eenmagisch moment. En wij waren daar deel van, geweldig!
De trommelaars gaven de pas aan en de weg rond de kathedraal begon. Langsterrasjes, langs grote groepen toeschouwers, lang de zijbeuk, naar de Groenplaats, vol vantoeristen en vakantiegangers. Al snel werd duidelijk dat we niet alleen met de breedte vanhet beeld maar ook met de hoogte ervan hadden moeten rekening houden. Al bij de eerstehalteplaats op Torfbrug hingen er in Maria’s grote gouden kroon met de vele diamanten, ookenkele lindeblaadjes. Het beeld had hier en daar een takje meegenomen.Even verwarring rond de wissel op de Melkmarkt, waar twee kruispunten zijn, die danook verwisseld werden. Als er iets kan misgaan, gebeurt dat natuurlijk ook. De gemoedelijkesfeer hield echter aan. Mooi weer, veel volk, het bleef fijn.
De route die we op de Groenplaats hadden vrijgemaakt, bleek niet te voldoen; erwaren te veel lage bomen. Een grotere boog rond de banken dan maar, ondanks de hinderdie dat opleverde voor de passerende tram. Gelukkig was de politie aanwezig die het publiekén de trambestuurder in bedwang kon houden. Zoveel mensen, die met open mond,bewondering in de ogen, ontroerd, opkeken naar het prachtige genadebeeld - ja, ook dit ookwas Antwerpen!
Dan het laatste stukje langs de grote pizzeria’s naar de Handschoenmarkt terug. Eentweede keer dragen. Wat altijd al een flessenhals was, leek met het grote beeld nog bestmee te vallen.Vlak voor de kathedraal, bij het laatste haltepunt, viel de grootste spanning al weg;we hadden het gehaald, we waren in een stuk rond geraakt. Nu nog de chaos bij hetbinnengaan van de kathedraal vermijden. Zodra het beeld binnen gaat, is het immersnormaal een drummen van jewelste om een goed plekje in de kathedraal te bemachtigen.We hadden ons voorgenomen de kalmte te bewaren en de mensen tegen te houden tot hetbeeld goed en wel binnen was en dan de kapellen en deelnemers aan de processie voorrangte geven. Dat liep buiten verwachting goed, hoewel hier en daar wel iemand zich gekwetstvoelde omdat ze er niet tussen konden glippen.
Alle genodigde kapellen mee in de zijbeuken, de middenbeuk liep snel vol, het altaarvulde zich met clerici. Een grote zucht van verlichting toen de feestelijke misviering eenmaalbezig was. Mooie duidingen, zinvolle teksten, deugddoend. De bisschop sprak over vissen diegroter worden naarmate ze in een grotere vijver terecht komen. We hadden Maria terug eengrotere visvijver aangeboden en de stad had positief gereageerd.Op de receptie voor medewerkers nadien niets dan blije gezichten. Ja, er was wel watmisgelopen, maar het was ons toch gelukt. Ja, er was wat chaos, maar iedereen had goedmeegewerkt en de sfeer was gezellig en gemoedelijk gebleven. Ja, er was heel veel volkgekomen en veel mensen hadden Maria gegroet. Daar ging het om.​
De volgende dag was het in Antwerpen officieel ‘moederkesdag’- de echte hoogdagvan Maria-Hemelvaart. Terug van dienst dus. Veel volk in de mis van 10 uur, de bankenzitten vol met kapelleden, Onze-Lieve-Vrouw staat er vooraan in de kathedraal prachtig bij.Gisteren zag ik een mevrouw uitgebreid wrijven over de gouden mantel van het beeld–beste dame, die mantel is meer dan 200 jaar oud en de binnenkant scheurt al als je er naarkijkt, dus blijf er alsjeblief af!- maar vlak voor de viering gaat iedereen braaf zitten en staathet beeld veilig. Weer een lange eucharistie voorgegaan door de bisschop, slechts eenkwartiertje tijd tot de viering van de Engelstalige gemeenschap om twaalf uur begint. Ik zetme als een soort champetter naast het beeld, waar nu iedereen naartoe drumt om voor teknielen, foto’s te nemen, bloemen bij te leggen. Vandaag wordt er niet over de mantelgewreven. Eens de Engelse misviering begint, tijd om de zware tabbaard uit te doen en eenluchtje te gaan scheppen.
​Om drie uur terug op post, de voorzitter is er nog altijd, die is wellicht ook nietoverhuis geweest. Het beeld werd naar de eigen kapel terug geplaatst omdat er eenmassaviering van de ridders van Malta te gebeuren staat. Daardoor is toezicht door onzekapelleden eigenlijk niet strikt noodzakelijk, niemand kan aan het beeld nu het achter zijnbalustrade staat. Toch is er genoeg te doen; kaarsjes aandragen, vazen vullen met water,bloemen in ontvangst nemen, mensen toch weg houden wanneer ze helemaal achter dekaarsenstaanders willen kruipen – wat mensen allemaal doén.​
Ook deze mis voor zieken en gehandicapten van de orde van Malta, duurt erg lang enondertussen is de kathedraal vergeven van het volk. De pastoor vindt het immers een soortgetuigenis dat de kathedraal open blijft voor toeristen terwijl er vieringen doorgaan. Hetgeeft inderdaad een feestelijk ‘Lourdes-gevoel’, het is heerlijk om de ruimte zo te zienbruisen. Het geroezemoes van toeristen vermengt zich met het gezang en de gebeden vande viering. De duizend kaarsjes aan de voeten van het Onze-Lieve-Vrouwe-beeld brandenondertussen bijna allemaal.​
Pas om kwart voor vijf druppelen alle zieken en hun begeleiders terug naar buiten.Medewerkers van de kathedraal verwijderen alle afbakeningen en zetten de banken terugop hun normale plaats. Het genadebeeld wordt met zijn kar naar vooraan in de kathedraalgereden. Om vijf uur dan de vesperdienst, ik begin medelijden te hebben met de bisschop,die al de vieringen moet voorgaan. Zelf word ik stilaan moe van het lange rechtstaan en nade derde viering op twee dagen heb ik het ook wel wat gehad. Maar we zijn nog niethelemaal klaar.​
Na de vesperviering dient het beeld nog plechtig teruggebracht naar de kapel, nu inprocessie, op schouders gedragen. Ik draag mee en het beeld lijkt wat zwaarder danvoorheen. Heel de middengang door, tot achteraan in de kathedraal, terug naar voor tot aande zijkapel. Moeizaam met de kar terug het hellend vlak van de kapel op. Ze staat, ze is terugin haar kapel. Mensen stromen toe, willen bidden, bloemen leggen. Het aftuigen van hetbeeld begint echter onmiddellijk, ze kan zo niet blijven staan, met al die waardevollejuwelen. Haar vier verzorgers wentelen om Maria heen. De kluizen gaan zo weer dicht. Voormij is het goed geweest, tijd om naar huis te gaan. Antwerpen heeft Maria gezien engegroet. Binnenkort evalueren en dan dromen van volgend jaar. Oef.​
Myrjam De Keyser